Toen Nathalie (36 jaar) zwanger was, was haar omgeving nog niet op de hoogte van haar hiv-diagnose. Ze moest redenen verzinnen waarom ze een keizersnede had en geen borstvoeding gaf.
Je hebt een zoon. Hoe verliep de periode na de bevalling?
Nathalie: Vrij intens. Ik stond er alleen voor. Ik had hiv al vóór de bevalling. Als je hiv hebt als moeder, moet je medicatie geven aan je zoon om te verhinderen dat je het virus doorgeeft. Dus dat is 's ochtends en 's avonds, 6 weken lang. Omdat ik bij mijn ouders woonde en niemand het wist, was het heel intens om dat in het geniep te geven.
Dan zijn er nog de controles, toch een stuk of vijf controles na de bevalling. Om dat te kunnen verklaren aan mijn ouders en mijn omgeving, zei ik toen dat het te wijten was aan de cortisone die ik had moeten nemen. In het begin van mijn zwangerschap waren mijn stollingswaarden heel laag, daarom moest ik cortisone nemen. Dat heb ik ook als excuus gebruikt voor waarom ik geen borstvoeding gaf. Mijn ouders hebben dat aanvaard en de omgeving ook. Zij begrepen dat.
Bij elke controle was ik heel zenuwachtig. Ik had schrik dat mijn zoon hiv-positief was, ondanks alle voorzorgen die ik had genomen. Ze zeiden mij vanaf het begin dat ik het echt niet kon hebben doorgegeven aan mijn zoon. Ik had mijn medicatie genomen tijdens de zwangerschap, ik heb een keizersnede genomen en ik heb de siroop aan mijn zoon gegeven. De kans was zó klein. Maar toch was het een heel intense periode, elke keer dat ik op controle ging.