‘Waar heb ik het/dat/dit/ze…toch gelegd?’ Ik ben er zeker van dat deze zin het vaakst uit mijn mond komt. 

Ik ben nogal een sloddervos, en in mijn kamer/vuilnisbelt is een pilstrip gemakkelijk kwijtgespeeld. Nu ik erover nadenk, zelfs wanneer hij duidelijk in het zicht ligt, vergeet ik hem nog geregeld en neem ik hem pas een dag later in.
Dat vindt Simon, mijn vriend, natuurlijk iets minder grappig. We zijn al een jaar samen, en hoewel we in het begin van onze relatie wel een condoom gebruikten, viel dat al snel weg nadat ik de pil begon te nemen.         

Deze zomer zijn Simon en ik voor de eerste keer naar Pukkelpop gegaan, het was een afstudeercadeautje van onze ouders. We hebben het de eerste avond zéér gezellig gemaakt, en toen ik de ochtend nadien mijn pil wilde innemen, bleek dat ik die thuis was vergeten.
Ik in paniek, Simon in paniek, en samen zijn we met de bus terug naar de stad gegaan om een noodpil te gaan halen. Supertof, ik heb de hele eerste dag gemist omdat ik misselijk in onze tent lag. Heel romantisch is Pukkelpop niet meer geweest…       

Toen we thuis waren, heb ik meteen een zwangerschapstest gedaan die gelukkig negatief was. Simon en ik hebben daarna wel heel veel gepraat over voorbehoedsmiddelen, iets wat me zelf erg verbaasde. We zijn het eens dat de pil misschien niet zo geschikt is voor mij als voorbehoedsmiddel: vanaf september ga ik op kot, en met alle hogeschooldrukte vergeet ik dan mijn pil misschien nog vaker. We gaan deze week een afspraak maken bij de dokter, omdat ik aan een spiraaltje aan het denken ben. Simon gaat mee, want hij vindt het heel belangrijk dat we alle twee bij zo’n zaken betrokken zijn.       

Het was misschien geen fijne Pukkelpop, maar Simon en ik zijn wel dichter naar elkaar toegegroeid en praten veel gemakkelijker met elkaar. Er is dan toch iets positiefs voorgekomen uit onze blinde paniek!

Linde, 18 jaar