Vaginisme is een reactie waarbij de spieren rond de vagina zich automatisch samenknijpen, zonder dat je dat zelf wil. Vaginisme zorgt ervoor dat je geen seks met penetratie kan hebben of enkel met veel moeite en pijn.
Snel naar
Bekkenbodemspieren trekken onwillekeurig samen
Bij vaginisme trekken de bekkenbodemspieren samen waardoor penetratie onprettig, pijnlijk of zelfs onmogelijk wordt. Sommige vrouwen hebben er last van bij alle sekscontacten. Bij andere vrouwen is het afhankelijk van de situatie of partner.
We spreken ook over vaginisme als de vaginaspieren onwillekeurig aanspannen als je iets anders dan de penis probeert in te brengen. Eén of meer vingers bijvoorbeeld, een tampon of een speculum (eendenbek).
Komt vaginisme vaak voor?
Vaginisme komt bij 4 op 100 Vlaamse seksueel actieve vrouwen voor. Niet zo heel vaak dus, maar als je daar last van hebt, ben je zeker niet alleen.
Zowel heteroseksuele, biseksuele als lesbische vrouwen kunnen vaginistisch reageren.
Wat is de oorzaak van vaginisme?
Vaginisme heeft meestal een psychische oorzaak. Zoals angst voor pijn bij de penetratie, angst om zwanger te worden, een negatieve seksuele ervaring in het verleden.
Soms ligt een lichamelijk probleem aan de basis: bijvoorbeeld littekenweefsel in de omgeving van de vagina of irritatie door condoomgebruik of zaaddodende middelen (microbicides).
De oorzaak bepaalt vaak of het probleem blijvend is of van voorbijgaande aard.
Gespannen zijn is niet altijd vaginisme
Sommige vrouwen spannen de spieren aan als iets de vagina aanraakt of nadert. Dat hoeft niet meteen te wijzen op vaginisme.
Sommige vrouwen spannen de ene keer wel aan, een andere keer niet.
Zo is er ook nog geen sprake van vaginisme
- Als je geen vinger of tampon kunt inbrengen omdat je te gespannen bent.
- Als een inwendig onderzoek door de dokter niet lukt
- Als je voor de eerste keer seks wil en het niet meteen goed gaat
Pas als je daar (bijna) altijd last van hebt, ben je waarschijnlijk vaginistisch.
Wat kan je doen bij vaginisme?
Enkele tips voor jezelf en je partner:
Praat erover: leg je partner uit dat het een reflex van je lichaam is waarover je geen controle hebt. En dat het niet betekent dat je geen interesse hebt in je partner. Geef je partner ook de kans om gevoelens te uiten.
Analyseer: probeer te achterhalen wat de oorzaak kan zijn. Op welke momenten of in welke omstandigheden doet het zich voor? Is het een probleem dat zich altijd stelt? Wanneer is het begonnen?
Maak afspraken: spreek af dat jullie geen penetratieseks hebben zolang er pijnklachten zijn. Praat met elkaar over welke andere seks jullie beiden opwindend vinden en experimenteer. Vaginistische klachten hoeven geen belemmering te zijn om van seks te genieten en een orgasme te krijgen.
Oefen je bekkenbodemspieren: zorg voor een relaxte en ontspannen sfeer en probeer bij jezelf een vinger of tampon in te brengen. Als dat lukt zonder al te veel pijn kan je proberen om het je partner te laten doen, met één of meer vingers, een vibrator of een ander seksspeeltje. Daarna kan je proberen of penetratie mogelijk is.
Waar vind je hulp bij vaginisme?
Bij uitgesproken vaginisme kan je best hulp zoeken.
De huisarts of gynaecoloog kan onderzoeken of er een lichamelijke oorzaak is voor je probleem. De arts zal een mogelijke behandeling met je bespreken of je doorverwijzen als de klacht psychisch van aard is.
Een seksuoloog zal praten met jou en je partner, en zo op zoek gaan naar de oorzaak. Daarna kan je met oefeningen - thuis of onder begeleiding - proberen om het vaginistisch reageren te verminderen.
Een kinesitherapeut kan je leren hoe je de bekkenbodemspieren kan losmaken en ontspannen aan de hand van (thuis)oefeningen.