Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus.

Hiv kan overgedragen worden door onbeschermde seks

Een hiv-infectie is niet te genezen. Maar met medicijnen kan je lang en gezond leven en krijg je geen aids. Als je medicijnen neemt, dan is het virus niet meer overdraagbaar. 

Hiv en aids: gevolgen van hiv-infectie

Hiv valt het afweersysteem aan dat het lichaam verdedigt tegen bacteriën, virussen, schimmels en kankercellen. 

Bij een hiv-infectie daalt het aantal witte bloedcellen en stijgt de hoeveelheid virus in je bloed. 

Als hiv niet wordt behandeld, krijg je op lange termijn aids. Bij aids is het afweersysteem zo verzwakt dat het je niet meer kan verdedigen. Er treden dan levensbedreigende infecties en kankers op. 

Hoe krijg je hiv?

Onbeschermde seks

Je kan hiv krijgen door onbeschermde seks: seks zonder condoom met iemand die hiv heeft en geen medicatie neemt.

  • Anale seks geeft meer kans op besmetting dan vaginale seks
  • Orale seks (pijpen en beffen) geeft een zeer klein risico 

De meeste overdracht gebeurt door mensen die het niet weten en niet getest zijn. Als iemand met hiv medicijnen neemt en een ondetecteerbare virale lading heeft, dan wordt het virus niet doorgegegen. 

Besmet bloed

Je kan hiv krijgen door contact met besmet bloed. Door besmette injectienaalden te delen of door prik- en snijongevallen.

Zwangerschap en bevalling

Hiv kan worden overgedragen van moeder op kind. Tijdens de zwangerschap, bevalling of via moedermelk. 

Alle zwangere vrouwen in België worden getest op hiv en zo nodig behandeld. Daarom komt de overdracht van moeder op kind in België zelden voor. 

Heb je een kinderwens? Bespreek je kinderwens met je hiv-arts. Medische begeleiding rond je zwangerschap en bevalling voorkomt besmetting.

Dagelijkse omgang: géén risico

Dagelijks contact bevat géén risico op besmetting met hiv.

Dit is allemaal veilig:

  • Iemand de hand schudden, kussen of omhelzen: geen enkel risico.
  • Niezen, hoesten, snotteren, huilen: geen risico. Speeksel, traanvocht en slijmen bevatten veel te weinig virus om iemand te besmetten. 
  • Gemeenschappelijk toiletgebruik: ontlasting en urine zijn niet besmettelijk. Bovendien sterft het virus snel af in de lucht.  
  • Servies, glazen, bestek, handdoeken, beddengoed delen: vormen geen enkel probleem. Speeksel bevat veel te weinig virus om iemand te besmetten. 
  • Zwemmen, sauna, stoombad, douchen: vormt geen risico. De huid laat geen virus door en het virus sterft als het in contact komt met de lucht. 

Hiv voorkomen bij seksueel contact

Je kan een hiv-besmetting zo veel mogelijk voorkomen op deze manieren:

Hiv kan overgedragen worden via onbeschermd seksueel contact. Overdracht hangt af van de virale lading en welke seksuele handelingen je doet. 

Kussen en strelen

Strelen, masseren, kussen, tongzoenen zijn veilig. Ze houden geen enkel risico in. 

Aftrekken en vingeren

Je partner met hand of vingers bevredigen is veilig. 

Pijpen en beffen

  • Neem geen sperma in de mond indien de virale lading niet ondetecteerbaar is.
  • Neem geen (menstruatie)bloed in de mond. 
  • Pijp of bef niet als je wondjes hebt op vagina, penis of anus (door een soa of infectie bijvoorbeeld). 

Vaginale seks

Bij onbeschermde vaginale seks kunnen er kleine wondjes ontstaan in de vagina. Hiv kan via die wondjes het lichaam binnendringen. 

Gebruik daarom een condoom als de virale lading niet ondetecteerbaar is. 

Anale seks 

Bij onbeschermde anale seks kunnen er kleine wondjes ontstaan in de aars en aan de eikel. Hiv kan via die wondjes het lichaam binnendringen. 

Gebruik een condoom en glijmiddel als de virale lading niet ondetecteerbaar is. 

Seksspeelgoed, bondage en SM 

Seksspeelgoed, zweepjes, handboeien, tepelklemmen, etc. zijn allemaal veilig.  

Let op: Gebruik ze niet afwisselend bij elkaar en reinig ze na gebruik. 

Plas- en poepseks

Urine en stoelgang vormen geen risico zolang er geen zichtbaar bloed aanwezig is. 

Onbeschermde seks gehad?

Laat je testen op soa's en hiv.

Wissel je vaak van sekspartner?

Laat je om de 3 maanden tot jaarlijks testen op hiv en soa's.

Besmetting via bloedcontact voorkomen

Hiv kan worden overgedragen via bloed: 

  • deel geen injectienaalden 
  • deel geen scheermesjes, tandenborstels, tandenstokers en flosdraad 
  • pas de standaardhygiënemaatregelen toe bij de verzorging van een bloedende wonde 

Als je huid niet beschadigd is, geraakt het virus niet binnen. Bloed dat terechtkomt op een ongeschonden huid is dus geen probleem. Alleen wanneer bloed in contact komt met beschadigde slijmvliezen of open wonden, is overdracht mogelijk. Wonden waar een korstje op zit, vormen geen risico. 

Wat doen bij bloedende wonden? 

  • Stelp een bloedende wonde en dek af met een pleister. 
  • Verzorg je een wonde? Pas de standaard hygiënemaatregelen toe. 
  • Deel geen materiaal waar bloed op zit. Dat geldt zeker voor injectienaalden als je drugs inspuit. 

Prik- of snijongeval gehad?

Contacteer onmiddellijk een hiv-referentiecentrum of universitair ziekenhuis.

In de praktijk zijn het vooral gezondheidswerkers zoals artsen en verpleegkundigen die hier mee te maken krijgen. 

PEP kan in dat geval een besmetting met hiv voorkomen.

Kan je hiv overdragen bij een piercing/tattoo of bij de tandarts?

In België zijn er strenge normen over behandeling van medisch materiaal. Het moet gesteriliseerd zijn bij hergebruik. 

Ook overdracht via bloedtransfusie is in de meeste landen uitgesloten. Je mag geen bloed geven als je hiv hebt of tot een risicogroep behoort

Symptomen van hiv

Als je net besmet bent met hiv, heb je meestal geen duidelijk herkenbare symptomen.

Sommige mensen krijgen na 2 tot 4 weken na besmetting griepachtige klachten:

  • koorts
  • huiduitslag
  • gezwollen lymfeklieren (in hals of lies)
  • nachtelijk zweten
  • gebrek aan eetlust
  • gewichtsverlies
  • vermoeidheid
  • hoofdpijn
  • diarree
  • misselijkheid

De ene is hier erg ziek van, de ander merkt niets. Na enkele weken verdwijnen de symptomen.

Tijdens deze beginfase ben je het meest besmettelijk voor anderen. Er zit dan veel virus in het bloed.

Hiv opsporen met een hiv-test

Hiv opsporen kan bij een huisarts of testcentrum.

De hiv-test spoort in je bloed antistoffen tegen het hiv-virus op. Na één week heb je het resultaat.

Hiv behandelen - Wat na een hiv diagnose? 

Een hiv diagnose krijgen is in België geen doodvonnis meer.

Dankzij de hiv-medicatie en goede medische opvolging

  • kan je lang en kwaliteitsvol leven met hiv.
  • gaat het virus niet meer over via seks.

De behandeling van hiv is levenslang. 

Heb je een hiv-diagnose gekregen?

Angst rond hiv

Bij heel wat mensen roept hiv angst op.

  • Je hebt schrik voor hiv na onbeschermde seks.
  • Iemand uit je omgeving is hiv-positief en je hebt vragen over besmettelijkheid..
  • Of je leeft zelf met hiv en hebt angst om anderen te besmetten.

Symptomen van hiv door angst

Na onbeschermde seks kan je ongerust worden en beginnen piekeren. Je bent bang omdat je weet dat je een risico hebt gelopen.

Net door die angst krijg je bepaalde symptomen die lijken op de eerste symptomen van hiv. Dat kunnen algemene stress symptomen zijn zoals:

  • moeheid 
  • diarree 
  • uitslag of jeuk

Symptomen op zich zeggen dus niet veel. Een hiv-test is de enige manier om je uit je onzekerheid te verlossen. Blijf je na een negatieve hiv-test toch zitten met je angst? Hindert deze angst je in je dagelijks leven? Dan schakel je best hulp in van een arts of psycholoog.

Angst om zelf hiv over te dragen

Leef je zelf met hiv? Soms kan de angst om iemand te besmetten je seksleven bemoeilijken. Je hebt geen zin meer in seks, je wordt niet meer opgewonden of hebt pijn tijdens het vrijen.

Dat is normaal. Door je te informeren merk je dat hiv niet zo besmettelijk is. Bespreek je zorgen met een medewerker van Sensoa Positief.

Veelgestelde vragen

Nieuwe hiv-variant ontdekt: is die behandelbaar?

In België en Nederland werd een nieuwe hiv-variant ontdekt. 

De behandeling die effectief is tegen hiv, werkt ook tegen deze nieuwe variant.

Dus: laat je testen op hiv na onbeschermd sekscontact. Dat wil zeggen: 

  • Als je geen condoom gebruikte.
  • Geen PrEP neemt.

Want hoe sneller de diagnose, hoe sneller je kan starten met de behandeling.

Hoe hiv voorkomen? 

  • Gebruik een condoom.
  • Neem PrEP.

Bestaat er een vaccin tegen hiv?

Nee. 

Ondanks dat hiv veel bestudeerd is, blijft het moeilijk om een vaccin te ontwikkelen. Hiv verandert namelijk steeds. Het virus vermomt zich steeds in een ander omhulsel, zodat het lichaam het minder goed kan herkennen.

Een vaccin ontwikkeld uit één type virus, zou dus enkel beschermen tegen dat type virus. Een hiv-virus met een iets andere aankleding zou niet tegengehouden worden. 

Er bestaat wel PrEP, voor mensen die een hoog risico lopen op hiv.

Kan je na een gelopen risico snel starten met PEP?

Ja. Je kan PEP starten ten laatste 72 uur na het risicocontact

Maar het hangt af van het risico. Je arts beslist of je een risico hebt gelopen op een hiv-infectie. Hij kan je dan eventueel PEP voorschrijven. 

Let op: PEP is geen pil die je zomaar na een risicocontact neemt. Het is een therapie die je 4 weken lang moet volgen. Het geeft geen 100% garantie en er kunnen bijwerkingen zijn. 

Wat zijn CD4-cellen of T-cellen?

Een CD4- of T-cel is een witte bloedcel. Ze speelt een belangrijke rol in het afweersysteem. Het aantal CD4-cellen per mililiter bloed geeft aan hoe het met je afweersysteem is gesteld.

Als hiv het lichaam binnendringt, gebruikt het die cellen om zich te vermenigvuldigen. De CD4-cellen gaan kapot en de afweer vermindert. Door de hiv-medicatie blijft het aantal CD4-cellen stabiel en werkt je afweersysteem zoals bij iemand zonder hiv.

Zodra iemand minder dan 200 CD4-cellen heeft, is er kans op opportunistische infecties. Ook de werking van CD4-cellen speelt een rol. Veel mensen met weinig CD4-cellen blijven nog lang gezond. Je aantal CD4-cellen vergelijken met die van anderen heeft dus weinig zin. De ene mens heeft nu eenmaal meer CD4-cellen dan de andere. Laat de interpretatie ervan over aan de hiv-arts.

De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert om zo snel mogelijk met hiv-medicatie te starten, ongeacht het aantal CD4-cellen.

Hoe verloopt een hiv-infectie?

Hiv tast het afweersysteem aan. Dit verloopt in 4 fasen. Aids is de laatste fase.

Fase 1: primo- of acute infectie

  • Het virus dringt in de CD4-cellen en vermenigvuldigt zich.
  • Na enkele dagen of weken hebben sommigen griepachtige symptomen: koorts, huiduitslag, gezwollen lymfeklieren, nachtzweten, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies, vermoeidheid, diarree, misselijkheid...
  • De virale lading is in deze fase zeer hoog. Daardoor ben je zeer besmettelijk.
  • Na de aanmaak van antistoffen daalt de virale lading sterk en verdwijnen de symptomen.

Fase 2: asymptomatische fase

  • Je hebt geen symptomen.
  • De duur van deze fase verschilt, van maanden tot jaren, afhankelijk van de agressiviteit van het virus en de sterkte van het afweersysteem. 
  • Het hiv-virus blijft actief en vermenigvuldigt zich.
  • De virale lading is niet meer zo hoog als tijdens de primo-infectie.

Fase 3: symptomatische fase

  • Symptomen van de primo-infectie kunnen terugkeren en langer aanhouden. Je kan bijvoorbeeld last krijgen van kwaaltjes, zoals schimmelinfecties in de mond.
  • De virale lading stijgt en de afweer vermindert geleidelijk.

Fase 4: aidsfase

  • De meeste CD4-cellen zijn vernietigd. Het afweersysteem kan niet meer vechten tegen ziektes. 
  • Je krijgt opportunistische infecties. 
  • Uiteindelijk zal je overlijden.

Wie tijdig start met hiv-medicatie krijgt geen aids en heeft dezelfde weerstand als iemand zonder hiv.

Wie tijdens de aidsfase met medicatie start, moet langer wachten voor de weerstand is hersteld. Je start dus best zo snel mogelijk met medicatie na je diagnose.

Krijg je gemakkelijker hiv als je al een soa hebt?

Ja. 

Je krijgt makkelijker hiv als je een soa hebt. Dat komt door twee redenen:

  1. Soa's tasten de slijmvliezen van je lichaam aan (vooral aan de geslachtsdelen). Daar komen kleine wondjes. Die wondjes creëren een opening voor andere soa's en het hiv-virus. 
  2. Bij een infectie ontstaat een samenscholing van witte bloedcellen. Het hiv-virus gebruikt die cellen om zich te vermenigvuldigen. Je hebt bij een soa dus meer cellen die het hiv-virus kunnen ontvangen.

Conclusie: Heb je een soa? Dan ben je vatbaarder voor het hiv-virus. Laat je dus regelmatig op soa's testen.

Meer informatie of hulp nodig?

  • Elisa Centrum: een gespecialiseerd centrum voor het opsporen van hiv/aids en andere soa's, voor iedereen toegankelijk.
  • Helpcenter: voor problemen rond seksuele gezondheid, testen en behandeling van soa's en hiv, voor kwetsbare groepen.
  • S Clinic: een kliniek voor diagnose en behandeling van soa's en hiv, voor iedereen toegankelijk.
  • Hiv-referentiecentra: medische en psychosociale begeleiding van mensen met hiv en hun omgeving.
  • Sensoa Positief: voor mensen met hiv, hun omgeving en professionals die met hiv in contact komen.